Historie van de kerk

Geschiedenis

Hoewel de Doopsgezinde Vermaning in Grijpskerk er pas sinds 1892 staat, gaat de geschiedenis van de kerk verder terug. Het verhaal van de doopsgezinde kerkbouw in het Westerkwartier begint namelijk al in de zeventiende eeuw. Op verschillende plaatsen probeerden doopsgezinden een eigen kerk te bouwen, maar de diverse pogingen werden door de autoriteiten niet geaccepteerd; de kerken werden gesloten en verdwenen. Het kerkje dat in 1733 in Pieterzijl werd gebouw overleefde echter wel en werd in 1815 zelfs vervangen door een nieuw gebouw. Na verloop van tijd bleek echter dat de predikanten liever in Grijpskerk dan in Pieterzijl woonden, en dat het praktischer was om dan niet alleen de pastorie, maar ook de kerk te verplaatsen.

Natuurlijk werd niet de gehele kerk verplaatst; het betrof vooral waardevolle onderdelen, zoals de twee kroonluchters uit 1791, de ambtdragersbanken, de gevelstenen en wellicht de preekstoel. Het kerkje achter de pastorie werd het best verstopte kerkje in de provincie Groningen; een eenvoudige zaalkerk met rode bakstenen muren dat alleen bereikbaar is via een smalle gang vanaf de Heerenstraat. Twee gevelstenen herinneren aan de bouw in 1815 te Pieterzijl en de herbouw in 1892 in Grijpskerk. Het gebouw bestaat uit vier traveeën die aan de buitenzijde worden gescheiden door halfsteens uitgemetselde licenen. In beide langsgevels zijn drie rondboogramen aangebracht, in de voor- en achtergevel twee. De voorgevel is rijkelijker versierd dan de andere gevels. Er is een geprofileerde gootlijst aangebracht, waarboven een dakschild in de vorm van een wolfseind aanwezig is. Daarnaast is er een fraaie dubbele toegangsdeur.

Het interieur is opvallend helder vanwege het vele licht dat via de tien rondboogramen binnenkomt. De kerkruimte is afgedekt met een houten tooggewelf. Tegen het midden van de achtermuur staat een zeszijdige, blankeiken preekstoel uit het begin van de negentiende eeuw. Uit dezelfde periode dateren ambtsdragersbanken op het enigszins verhoogde koor, waar zich ook een avondsmaaltafel uit 1839 bevindt. Zeer vermeldenswaard zijn de twee koperen kroonluchters, achtlichtskronen die in 1791 gegoten werden door de Groningse geelgieter C. Lankhorst. Het orgel is in 1915 vervangen door een nieuwe, gebouwd door de firma L. van Dam & Zonen uit Leeuwarden.

In 1994 zijn zowel exterieur als interieur gerestaureerd en zoveel mogelijk in oude staat teruggebracht.